Suggesties
Van jonge kinderen zie je vaak hoe zij anderen feilloos imiteren, zij zijn experts in waarnemen. Als jij ook zo goed observeert, zie je soms zelfs hun commentaar erin verwerkt doordat ze uitvergroten wat ze leuk of gek vinden. Jonge kinderen zijn de deskundigen in de non verbale taal, de school daagt hen echter meer en meer uit naar het hoofd te verhuizen. Spel/drama/theater houdt die non verbaliteit levend en ontwikkelt deze als kwaliteit verder door bij hen aan te sluiten. Immers weten we dat meer dan 70% van onze communicatie bestaat uit het non verbale.
Vooraf aan de lessen vind je losse spelmogelijkheden voor korte spelmomenten tussendoor. Een leeftijdgrens is nooit exact aan te geven, vandaar dat je de spelen meerdere keren tegen komt als je ook bij andere groepen kijkt, dan degene waar je nu les aan geeft. Sommige spelen kom je ook tegen in het basismenu, daar zijn ze in een bepaalde context geplaatst van bijvoorbeeld taalverwerving, wereldoriëntatie, levensoriëntatie, cultuur en kunsteducatie. De lessen hebben specifieke accenten hoewel ze natuurlijk nooit door vakken of leergebieden begrensd worden. Spel is per definitie grensoverschrijdend. De volgende accenten vind je terug: Verbeelding; Wereldoriëntatie; Levensoriëntatie, Cultuureducatie, Kunsteducatie.
Categorieën
Verbeelding : Stripverhalen, Prins Pip, Wereldreizigers , Stoelenspel, Schatzoekers
Taalverwerving: Herinneringen herspelen, Een verloren hond in de nacht
Wereldoriëntatie: Landbouwers en veeteler
Levensoriëntatie: De witte olifant, De kleine zwarte vis, Sneeuwwitje
Cultuureducatie: Van oude tradities en dingen die voorbij gaan, Kinderen aan de deur
Kunsteducatie: Wat zie jij erin , Gedichten
Als je het doel als focus neemt, hou je spelers en jezelf bij de les, al gun je hen en jezelf ruimte om met de spelstroom mee te gaan. Ofwel geef verbeelding, associaties en impulsen ruimte als jij het groepsproces kunt hanteren. Spelplezier is voorwaarde om met huid en haar, hart en ziel betrokken te raken en spelvrijheid te ontwikkelen. Raken kinderen raken geboeid door spelinhoud of speltechniek, laat het spel zich ontwikkelen in die richting. Er zal geen haan naar kraaien als je mee beweegt met de kinderen. Regel is slechts: reken het spel niet af op iets wat niet geoefend, gefocust, gepresenteerd is.
Spelopdrachten voor momenten dat er tijd is de tijd dat er geen tijd is,
ze duren zolang als de tijd het toestaat 10 -20-30 minuten .
Spelend vertellen (groep 1-8)
Kinderen mogen spelend uitleggen wat ze meegemaakt hebben want als oren ook ogen hebben, begrijp je het wel. Voortdurend zeg jij: laat maar zien – zullen we meedoen. Als iedereen het begrepen heeft, vraag je wie heeft daar een woord voor – hoe zeg je dat nou?
Beelden lezen (groep 1-8)
Prentenboeken in een andere taal nodigen uit tot kijken en interpreteren en Nederlandse woorden vinden om het verhaal te vertellen. Je honoreert daarin natuurlijk ook een zinswoorden om daarmee een beginnend spreker aan te moedigen. Niemand kent het verhaal, jij zelf ook niet, waardoor ieder gelijk kan hebben.
Ubbergen, update winter 2021