Van oude tradities die voorbij gaan
Samen op onderzoek naar tradities (begroetingen, verjaardagen, geboorte, dood, Ramadan, Suikerfeest, Kerst, Sinterklaas, Chinees Nieuwjaar etc).
Doel: De kinderen onderzoeken oude/nieuwe tradities en spelen deze na zoals oma ze deed en hoe zij zelf het doen.
Lesvoorwaarde: Hoe zorg je voor spelplezier voor je spelers en voor jezelf? Wat vraagt de les van de kinderen? Kun je dit vragen
Lesorganisatie: Kinderen stellen hun opa, of oma, tante enz. vragen. Daarvoor geef je hen voldoende tijd zodat ze tot goede vragen komen en daadwerkelijk hen spreken. Iemand uitnodigen kan ook. Enkelen brengen een pop mee om een kraamvisite na te spelen. Ieder krijgt tijd om materiaal te verzamelen. Zodat ze zo echt mogelijk een traditie uitspelen. Reserveer het speellokaal om ieder groepje te laten oefenen en al dan niet presenteren. Als het in het eigen klaslokaal kan, kun je iedere dag kort een van de tradities aandacht geven.
Introductie
Je vertelt de kinderen dat ze gaan onderzoeken welke tradities (begroetingen, verjaardagen, geboorte, dood, de Ramadan, het Suikerfeest, Kerst, Sinterklaas, Chinees Nieuwjaar etc) nu nog bestaan. Hoe ze veranderen in de loop van de tijd (bij oma thuis, bij de ouders thuis en nu bij hen thuis) en welke er verloren zijn gegaan. Bekijk met de kinderen de site: http://oudesnuffeldoos.punt.nl/ Doe hen de suggestie deze site samen met opa of oma te bekijken en hen erover te laten vertellen. Misschien hebben opa of oma nog enkele van deze voorwerpen en mogen zij ze meenemen naar school voor een tentoonstelling of om te gebruiken in hun eigen spel.
Je vraagt hen waarover ze graag iets meer willen weten. Vervolgens bedenken ze vragen rond hun keuze voor het interview. Als de kinderen het interview hebben gehouden krijgt deze les een vervolg.
Spelsituaties:
- In België krijgen buurtkinderen, neven en nichtjes als er een kindje is geboren. kinderkakjes [poepjes: chocolade bolletjes met een blauw of een roze glazuur laagje in een roze of blauw puntzakje] Hoe vieren jullie een geboorte ?
- Vroeger als je iemand tegen kwam nam opa de hoed af en knikte even, maakte oma een kleine reverence en bood ze haar hand aan voor een handkus. Hoe begroeten we nu elkaar?
- Als ik jarig was, bakte moeke een taart met zoveel kaarsjes erop als ik oud werd. Hoe vieren jullie je verjaardag?
- Wat is een bruidsmeisje, wie is er wel eens bruidsmeisje /jonker geweest?
- Wie schildert voor Pasen eieren en waar verstoppen jullie ze?
- We hingen kerstkransjes en mandarijntjes in de kerstboom, wat hangen jullie er in?
- Op het Suikerfeest mag je zoveel eten als je wilt, wat eet jij het liefst?
Spel
Op plekken in de speelzaal spelen ze een traditie naar keuze en verdelen de rollen. Je begeleidt ieder om het spel te verhelderen. Als ieder het eigen spel heeft voorbereid, presenteren ze aan de grote groep. Iedere dag krijgt een andere traditie aandacht.
Spelafrondingen
@ wat heeft de baby gekregen – hebben broer of zusje ook iets gekregen?
@ hoe kun je elkaar nog meer begroeten?
@ welke verschillen in verjaardag vieren hebben we gezien? Hoe vieren jullie het liefst de verjaardag van vader/moeder/oma/opa?
@ waarom versieren we eieren met Pasen?
@ Mogen jullie helpen de kerstboom te versieren? Bij wie staat er ook nog een kerststalletje bij? Hoe vieren jullie dat feest?
@ Hoe vieren jullie het Suikerfeest?
Via Internet is alle informatie te vinden over tradities die aan bod komen. Laat kinderen ook zelf zoeken via afbeeldingen, de vragen die dit oproept kunnen ze aan (groot)ouders stellen.
Kinderen aan de deur
In België zongen kinderen Nieuwjaarke zoete op 1 januari. In het zuiden zongen ze Drie koningen op 6 januari. In het Noorden zingen ze Sint Maarten op 11 november.
Doel: Kinderen oefenen het zingen langs de deur dat op verschillende dagen door het hele land soms nog gebeurt.
Lesvoorwaarde: Hoe zorg je voor spelplezier voor je spelers en voor jezelf? Wat vraagt de les van de kinderen? Kun je dit vragen ?
Lesorganisatie: Reserveer het speellokaal of maak ruimte in je eigen leslokaal. Zoek informatie op. Vind melodieën om hen liedjes te leren en filmfragmenten te laten zien. Koop kleine attenties volgens oude stijl die ze elkaar geven na het zingen. Als je kiest voor de feestelijke afronding in het echt (zie verder). Of als de traditie bekend is in de regio, krijgt het uitvoeringsniveau een groot accent. Het is dan nodig rie weken eraan voorafgaand tijd hiervoor te plannen.
Introductie
In België zingen kinderen Nieuwjaarke zoete op 1 januari. In het zuiden zingen kinderen Drie koningen op 6 januari. In het Noorden zingen kinderen Sint Maarten op 11 november.
Spelen:
De kinderen leren elkaar de liedjes die ze kennen en gaan op zoek in eigen omgeving naar andere liedjes die er ook op die feestdag gezongen worden. Jij laat hen over het feest vertellen als ze er ervaring mee hebben en laat anders filmfragmenten erover zien.
Spelsituatie: kinderen aan de deur
In groepjes kiezen ze een feest dat ze willen naspelen. Ze gaan thuis op zoek naar verkleedkleren, lampions en andere attributen die ze willen gebruiken. Om de beurt gaan ze rond bij de andere groepjes, die spelen dat ze in verschillende huizen wonen en open doen als er gebeld wordt. Vanuit ieders eigen voorraad geven zij de zangers tot slot een kleinigheid.
Spelafronding
@ Wie gaat er dit jaar ook zingen aan de deur?
@ kun je dat zingen specialer maken?
@ hoe komen de mensen in de straten te weten dat we dit gaan doen?
@ wat kun je hen vertellen over het feest, nadat je gezongen hebt?
En dan nu in het echt: extra oefenen binnen theater, handenarbeid en muziek.
Van eenvoudig materiaal maken de kinderen eigen thematische lampionnen om mee langs de deuren te gaan. Ze bedenken een nieuwe tekst op een bestaande melodie of wijzigen een bestaand liedje zodat het geschikt is voor een van de feesten. Bij dat al hoort natuurlijk ook een musicalachtige presentatie, waarin ze niet alleen zingen maar ook gepast verkleed zijn en acterend zingen vanuit die rol.
Wat zie jij erin ?
Krokodil en het meesterwerk van Max Veldhuijs of wat de olifant allemaal zag.
Doel: Kinderen ervaren dat je op verschillende manieren naar iets kijkt
Lesvoorwaarde: Hoe zorg je voor spelplezier voor je spelers en voor jezelf? Wat vraagt de les van de kinderen? Kun je dit vragen
Lesorganisatie: Reserveer het speellokaal of maak ruimte in je eigen leslokaal. Kies voor een verzameling voorwerpen op verschillende vormen. Bijvoorbeeld: een stekkerdoos met snoer, duimstok, schaar, pollepel, tas, garde, klerenhanger, lap stof, schaal/kom, etc. Zorg voor vier hoeden die horen bij bijv. een kakmadam, kunstenaar, professor en stoere bink.
Spelintroductie:
Voorlezen: Krokodil en het meesterwerk van Max Veldhuijs. Of laat de powerpoint van dit prentenboek zien: http://www.obsfrankendael.nl/krokodil_bestanden/frame.htm#slide0001.htm met kinderstemmen http://www.kleutergroep.nl/Boeken/tips%20index.htm Zoals olifant verschillende dingen zag in het witte meesterwerkje, vraag je hen of ze meerdere dingen zien in voorwerpen. Vertel dat ze erna kunst gaan maken van die voorwerpen.
Spelen:
Vormassociaties
Er liggen voorwerpen in de kring, waarmee kinderen associëren. Vanuit de vorm bedenken ze wat het zou kunnen zijn. Bijvoorbeeld: een stekkerdoos met snoer wordt een hondje aan een riem. Je speelt dat je een hond uitlaat. Het wordt een microfoon, scheerapparaat, lasso, muis met een lange staart. Als de kinderen niet op ideeën komen, help ze dan met tips, maar zeg of mime niks voor
Jaarlijkse kunstmarkt
Subgroepjes maken op een tentoonstelling van kunstwerken. De voorwerpen zetten ze op een andere manier neer, combineren voorwerpen, een kleedje eronder, op een ‘sokkel’ plaatsen.
Hoeden associaties
Laat een hoed zien en vraag van wie die is. Bijvoorbeeld van een kakmadam, hoe doet zo iemand? De kinderen lopen, eten, praten en begroeten minzaam als kakmadam. Dan een andere hoede.
Spelsituatie:
Ieder kiest een rol en gaat zo over de kunstmarkt en staan stil bij de kraampjes. Terwijl ze de kunstwerken bekijken, stellen zich voor, houden een verkooppraatje als galeriehouder of vertellen als kunstenaar over hun kunstwerk. De kakmadam loopt deftig, heeft deftige gebaren, snapt niks van kunst, doet interessant. De professor loopt langzaam, bekijkt alles grondig, zegt niet veel, maakt zachte geluidjes. De stoere bink loopt met de borst vooruit, maakt zich breed, verschikt zijn kleren en zijn haren. Hij heeft duidelijk een eigen mening vindt iets meteen mooi of helemaal niet.
Organisatie:
Geef alle groepen een nummer. De even nummers blijven in hun galerie. De oneven nummers mogen bij de andere galeries gaan kijken. Daarna wisselen. Variant: Maak tweetallen. De nummers 1 kiezen een rol en leiden de nummers 2 rond over de kunstmarkt. Vanuit rol vertellen ze over de voorwerpen. Daarna wisselen .
Spelafronding
Nabespreken van het spel:
@ Welke kunstwerken riepen welke reacties op? Waar zat hem dat in?
@ Kijkt jouw rol anders dan hoe je zelf kijkt? Hoe vond je het om dit te doen?
Gedichten
Kinderen reageren op een niet verhalend gedicht dat je langzaam voor leest. Daarna lees je het zin voor zin. Welk woord vinden de kinderen mooi ?
Doel: Vanuit het palet aan mogelijkheden zetten kinderen bewust vormen in om aan gedichten betekenis te geven. Ze ontdekken dat dit op verschillende manieren kan.
Lesvoorwaarde: Hoe zorg je voor spelplezier voor je spelers en voor jezelf? Wat vraagt de les van de kinderen? Kun je dit vragen ?
Lesorganisatie: Kies een of meerdere gedichten om in deze les mee te werken. Zie ook www.plint.nl klik op posters. Nodig een schoolbord/groot vel papier. Kinderen van groep 3 zullen met name met het centrale gedicht werken, kinderen uit groep 4 zoeken wellicht zelf een gedicht uit. Eenzelfde gedicht in meerdere variaties zien vormgeven, is prima.
Spelintroductie
Het gedicht lees je twee keer voor en laat kinderen reageren. Daarna zin voor zin. Vraag na elke zin welk woord ze mooi vinden. Schrijf deze op het bord.
Spelen
Woorden echo
Dezelfde woorden klinken verschillend. De groep imiteert jou. Daarna laten enkele een woord klinken, de groep imiteert. Tot slot een ‘woordendouche’ : ieder zegt woorden verschillend door elkaar. Begeleid hen op luisteren naar het totaal. Klank en ritme bewustzijn ontwikkelen ze hiermee
Woorden schrijven in de lucht of op de vloer
Ieder schrijft een mooiste woord een aantal keren in de lucht met arm, hoofd, rug, voet, bil. Zo ontwikkelen ze enige bewegingsfantasie.
Woordbeelden
Woorden op verschillende manieren uitbeelden. Bijvoorbeeld: alleen met het gezicht, met het hele lijf in een houding, met een arm en hand, in een beweging op de plaats, door de ruimte. Stimuleer hen een woord klein, groot, hoog, laag, halfhoog uit te beelden.
Spelsituatie
In groepjes van drie beelden kinderen enkele woorden uit. Alle drie doen ze dit op een andere manier. Een laat het woord klinken, de tweede zet het woord in een houding neer en de derde geeft het beeld in een beweging weer. Het eerste kind herhaalt het woord in verschillende klanken, het tweede in verschillende beelden en de derde in bewegingen. Samen maken ze een beweging en geluidscompositie en werken zo een gedicht uit: twee spreken(afwisselend een zin), twee herhalen sommige woorden in klanken, twee beelden sommige woorden uit.
Spelafronding
Bespreek de presentaties: welke
@ woorden vond je mooi uitgebeeld? Wat vond je daarvan mooi?
@ zin ging echt voor je leven?
@ combinatie van wat je zag en hoorde vond je verrassend?
Tijdens zelfstandig werken bewerken kinderen een nieuw gedicht.
Ubbergen, update winter 2021