Ieder kind is het meeste gebaat met echte persoonlijke aandacht, onnadrukkelijk zonder gefixeerde focus. In een groep kun je dat beperkt geven. Je kunt je voornemen ieder week ieder kind tenminste een keer echt gezien en gevolgd te hebben. En wekelijks te bepalen welk aspect je van welk kind de volgende week wilt zien. Op grond daarvan kun je het samenstellen van sub groepjes wijzigen; het verdelen van taken verbeteren; kleine concrete complimenten geven; zien wat er goed gaat en vanuit begrip door de vingers zien wat niet ideaal is als het niet storend voor de groep of het kind zelf is. Je kunt kinderen laten wennen aan je maandelijks vijf minuten gesprekje met ieder van hen. Hierin vraag en luister jij en het kind vertelt en krijgt even aparte aandacht Samen stil zijn of samen iets doen.

Jonge kinderen 

Ze kennen veelal weinig remmingen en hebben een grote fantasie, waarvan je gebruik kunt maken als je mee kunt in hun improvisatie talent. Het spel is bij hen eenmalig, ook al gaan ze op herhaling. Iedere herhaling zal anders zijn en daar speel jij dan op in. Laat je niet verwarren door een standaard mening: ze kunnen nog niet veel.   Een drama docente uit Noorwegen filmde in de jaren tachtig een kleuterklas en toonde de dramaturgische inzichten van een vijfjarige.

Oudere kinderen

Velen willen best wel spelen voor publiek en applaus ontvangen. Dit motiveert hen om te oefenen, te herhalen en opnieuw te proberen. Zij die graag spelen, zijn leergierig wat spel betreft en dat komt hun spelkwaliteit ten goede.

Spelbegeleiding op maat 

Steeds vaker proberen ouders kinderen met beperkingen het gewone onderwijs te laten volgen. Ze gunnen hun kind zoveel mogelijk het gewone leven ook op school. Scholen komen hierin vaak tegemoet en dagen daarmee leerkrachten uit. Beter spelen gaat niet vanzelf ook al spelen de meeste kinderen uit zichzelf. Het is daarom des te belangrijker deze kinderen, onopvallend speciale aandacht te geven. Dit kan door aangepaste opdrachten, geschikte medespelers  en ze in de nabespreking te betrekken. Zodat ze vanuit verworven inzicht weten wat ze wel/niet kunnen. Niet alle kinderen zijn van thuis uit vertrouwd te symboliseren, te doen alsof, zelf te verzinnen, initiatief te nemen.

Er kan veel

Je kunt kinderen gewoon een groepsspel mee laten beleven en niet zozeer rol(re)actie verwachten. De andere spelers dragen het spel wel. Natuurlijk onderzoek je wanneer de tijd rijp is om hen in kleine groep tot rol(re)actie uit te nodigen. Naarmate het kan, maak je het deelnemen noodzakelijker voor het te spelen spel. Bij rolverdeling geef je haar/hem de rol die het weet, kan, mag doen en/of zeggen. Alle eerdere suggesties zijn ook voor deze kinderen geschikt. Ze vragen slechts om aanpassingen. We beschrijven er hier enkele, zodat deze kinderen floreren. We maken onderscheid in taalzwakke kinderen, kinderen met een lichamelijke- en/of intellectuele beperking.

Taalzwakke of te verbaal sterke kinderen

Ons land kent sinds haar ontstaan migranten die van heinde en ver hier neerstreken en nog steeds neerstrijken, de meertalige groepen vragen een eigen didactiek. Taalgevoel hangt samen met je eerste taal. Gelukkig is driekwart van onze communicatie non verbaal. Daarnaast zijn er ook kinderen die zich moeilijk verbaal kunnen uiten.  De ene komt uit een minder talig milieu, een ander is juist veel redeneren gewend en een derde spreekt weinig vanuit zichzelf.  Non verbale spelen zijn zeer geschikt voor zowel taalzwakke- als  taalsterke kinderen. De gouden greep van Vivian Pailey met haar één woord verhalen, die ze als goede verstaander aanvoelde, is zeker het navolgen waard.  Handelen met materiaal is een vruchtbare manier om hen te laten praten, het handelen leidt de aandacht af van het woord.

Kinderen met een lichamelijke beperking

Voor iedere lichamelijke handicap zijn andere aanpassingen vereist. Vraag advies aan deskundigen ter plekke, met name als het gaat om wat je fysiek van hen mag vragen. We beschrijven hier een aantal tips voor kinderen in rolstoelen en looprekken, voor dove en blinde kinderen. Indien ze langdurig en regelmatig ziek zijn, staat het genieten van het moment voorop. Zorg wel dat ze zich voldoende uitgedaagd voelen en ze de schooltijd niet ervaren als een voortdurend medelijden en zielig gevonden worden.

Kinderen in een rolstoel

Deze verleiden je veelal tot talig spel.  Onderzoek hoe je hun woorden kunt versterken door spel met de rolstoel. Ze zijn vaak zeer behendig met hun rolstoel en kunnen daar dan expressief gebruik van maken: tergend langzaam op iemand afkomen, iemand de pas afsnijden, vastgenageld aan de grond zijn, iemand blokkeren en lang iemand recht in de ogen kijken. Voortdurend iemand de rug toekeren, door rond te draaien en de ander eromheen laten rennen, totdat die moe is en het opgeeft.

Kinderen met een looprek

Zij kunnen dit functioneel hanteren binnen spel door het een ladder, klimrek, gevangenis, loket te laten zijn. Medespelers spelen in dat decor en zijzelf is degene die als verteller commentaar geeft op het spel.

Kinderen die nauwelijks kunnen bewegen

Daag hen uit in de verbeelding. Laat ze vertellen wat ze erin zien, wat ze zien dat er niet is, hoe een voorwerp een andere betekenis krijgt als je het anders hanteert. Laat hen opdrachten geven aan anderen die kunnen handelen aan de hand van hun inspiratie. Zij zeggen en anderen doen,  roepen beelden op en anderen brengen ze tot leven. Laten er avonturen ontstaan, die anderen uitspelen.

Kinderen die beperkt kunnen handelen

Vanuit rolstoel of looprek met materiaal en vormgevingsmiddelen kan er veel. Spelend in een mooi decor, ondersteund door muzieksferen, lichtenscenering en filmmateriaal, kan hen evenzeer tot ster van de voorstelling maken. Jij als regisseur en vormgever laat hen dan stralen.

Kinderen voor wie het spreken een opgave is

Via geprojecteerd beeldmateriaal rijden ze door landschappen, komen op allerlei plekken terecht  en ontmoeten onverwachte personages.  Ze spelen een rol, die een ander kind verwoordt.

Goede verstaanders hebben aan een half woord genoeg

Doven en slechthorenden zijn experts in observeren en interpreteren. Niet altijd klopt de interpretatie. Ontmasker misverstanden luchtig en snel. Laat ze niet doorwerken in een verkeerde werksfeer.  Leg zeer beeldend uit met zo min mogelijk woorden. Als je die toch gebruikt, spreek dan in korte zinnen en laat hen de context in vullen. Ze zijn daar vaak zeer behendig in vanuit de vele vlagen aan informatie die ze opvangen. Laat hen elkaar in gebarentaal uitleggen wat jij hen duidelijk articulerend vertelt. Leer op den duur zelf de gebarentaal, maar blijf altijd het gesproken woord ook gebruiken. Ze leven in een sprekende wereld.

Non verbaal

Veel non verbaal werken met gebarentaal als aanvulling en focus op het zo expressief mogelijk zijn in fysieke taal. Het hele scala aan emoties laten onderzoeken zowel in houding, handeling als mimiek. Hierdoor verfijnen ze hun waarnemingsvermogen en nemen misinterpretaties af. Geef hen tijd om het spel te onderbreken en even tijd nemen de ander te zien spelen. Erna spelen ze zelf weer verder. Je kunt dit zelfs als komische noot gebruiken zoals de clown die alles twee keer moet zien om te begrijpen.  Als publiek kijken ze op afstand  zodat ze het totaal zien en zoveel mogelijk context meekrijgen voor een juiste interpretatie.

Experts in steminterpretaties

Blinden en slechtzienden zijn experts in luisteren en interpreteren, vaak horen ze meer dan de spreker lief is. Ze luisteren niet alleen naar wat, vooral naar hoe iets wordt gezegd. Emoties, motieven en drijfveren blijven moeilijk verborgen voor hen en dat gebruiken ze uitstekend in spel. Geef hen tijd om de omgeving te verkennen, zich te oriënteren. Laat ze lopen door de  lege ruimte, zodat ze de grootte beseffen. Vervolgens betasten en benoemen ze alles wat ze tegenkomen . Koppel een slechtziende aan een blinde, iemand die kijken kan aan een slechtziende. Plaats het noodzakelijke meubilair terug en laat hen op de tast inzicht krijgen in het geheel. Indien  kinderen gemixt zitten kan de een de ander rondleiden. Vraag hen of de akoestiek hen belemmert in het verstaan van elkaar. Indien dat zo is, zoek dan naar oplossingen met de conciërge of desnoods een bouwkundige.

Elkaar verkennen

Geef hen de tijd om medespelers te verkennen. Kinderen staan bijvoorbeeld op volgorde van grootte  en noemen om de beurt de eigen naam. Het blinde kind loopt langs de rij en probeert op de juiste plek voor haarzelf te gaan staan. Ze geven elkaar een hand en gaan met de ruggen tegen elkaar staan/zitten, terwijl ze elkaar van hun hobby’s, dromen, angsten vertellen.  Het linkerbeen van de een en het rechterbeen van de ander  knopen ze met een sjaal aan elkaar vast en al wandelend vertellen ze van ieders thuissituatie  en wat ze van school leuk vinden etc.
Ze beeldhouwen karakter typetjes en bevoelen deze, zodat ze zich een beeld vormen van een zwierige danseres, stramme soldaat of computernerd. Als  kinderen voldoende vertrouwd zijn, kunnen ze behalve de houding ook de gelaatsuitdrukking betasten.

Aanpassen

Geef hen tijd om in eigen tempo te spelen zodat ze alles beseffen en betekenisgeven. Laat ze groots spelen zodat slechtzienden optimaal waarnemen en blinden de gebruikte ruimte meenemen in de interpretatie van het spel. Een decor in grote vormen geeft duidelijk contouren aan en bevat niet teveel details.  Laat hen hoorspelen ontwerpen en uitvoeren zodat ze optimaal gebruik maken van stemkwaliteiten en inzichten. Als publiek zitten ze dichtbij de spelvloer, zodat ze zoveel mogelijk het spel van anderen meekrijgen.

Kinderen met een intellectuele beperking

We willen hier nadrukkelijk verwijzen naar de meervoudige intelligenties van Gardner, om de rijkdom van deze kinderen optimale ontwikkelingskansen te bieden. In de beperking toont zich de meester  geldt voor hen met name wat betreft het taalgebruik. Alles wat je beeldend  laat zien is duidelijker dan het woord. Enkele eenvoudige tips om opdrachten helder te kunnen uitleggen: Voor emoties kun je een A3 vel papier vullen met emoties, die de kinderen eenduidig benoemen als zijnde: bang, blij, boos, verdrietig, verbaasd, verliefd etc. Voor typen, handelingen (werkwoorden), plaatsen (waar het spel zich afspeelt) kun je eenduidige afbeeldingen zoeken en een A3 vel mee vullen. Als je woorden gebruikt, kies dan hele concrete woorden en vermijd abstracties.

Waarschuwing

Het gevaar van bovenstaande tips is echter dat alles te eenduidig wordt, de verbeelding geen ruimte krijgt en keuzes niet mogelijk zijn. De wereld is hen vaak te groot en te complex, waardoor eenduidigheid hen veiligheid biedt. Het zwart – wit denken ligt dan voor de hand. We beogen echter openheid, een bredere kijk op de wereld dan vanuit het eigen perspectief en ontwikkelen graag een drang om het onbekende te onderzoeken. De weg erheen is misschien moeizamer, niet onbegaanbaar of onmogelijk. Deze kinderen hebben juist met name baat bij training van de verbeelding . De vertrouwde zekerheid kun je hen bieden in spelregels, heldere opdrachten, terugkerende lespatronen en spelopdrachten.

Tips
  • Geef opdrachten in kleinere stapjes binnen duidelijke structuren en laat hen vaker herhalen.
  • Laat hen ontdekken dat er meerdere mogelijkheden zijn, dan de eerst voor de hand liggende. Alle echte ervaringen binnen spelwerelden zijn een verrijking. Alle verwerking van eigen ervaringen in spel, biedt hen inzicht in hun wereld.
  • Spel als onderwijsverrijking is bij uitstek voor hen geschikt. Spel zet immers theorie om in ervarenderwijs leren. Theorie en praktijk zijn in de spelwerkelijkheid altijd gekoppeld. Als ze de meest basale rijkdom van educatie aan het eind van de basisschool zich eigen hebben gemaakt, is het belangrijkste doel behaald: verder kijken en denken dan je neus lang is, meerdere mogelijkheden zien en daarmee minder angstig in het leven staan. De leerlijnen kunnen voor hen wel een toontje lager zingen.
  • Voor succesvolle begeleiding is specifieke opleiding en training noodzakelijk en contact met ervaren deskundigen.

Speldidactiek op maat

Algemeen:
Maak altijd een duidelijk onderscheid tussen spel en werkelijkheid door
– in een andere ruimte spelles te geven dan hun leslokaal of
– duidelijk het speelveld af te bakenen met bijvoorbeeld tape en alle materialen daar weg te halen, die er normaliter staan.
– kinderen altijd een rol naam te geven en hen als zodanig aan te spreken en laten aanspreken in spel.
– kinderen eerst in rol te laten reageren op het gespeelde en erna hen als spelers met hun eigen naam, naar ervaringen te vragen.
Herhaal veel en geef een nieuwe opdracht altijd bekende elementen mee, waarmee ze vertrouwd zijn en slechts een nieuw element dat hen uitdaagt.

Tips
  • Als kinderen eerst concreet handelen (schoen aan/uittrekken) en erna mimen maak je het eenvoudiger.  Als ze eerst vertellen wat ze gedaan hebben en dan bedenken wanneer ze dat doen komen ze op spelideeën  Ze spelen vervolgens verschillende situaties uit en mimen de concrete handeling. Bespreek met hen of het mimen herkenbaar was en hoe het beter kan. Herhaal dit met veel verschillende voorwerpen, zodat ze duidelijk kunnen mimen, maar ook gaan begrijpen dat je op die manier veel kunt spelen.
  • Laat ze imiterend mimen, zittend op een stoel in de kring of in de vertrouwde situatie van achter hun tafeltje. Ze komen achter hun tafel jou imiterend in actie. Ze veroveren langzamerhand de ruimte, waarin ze vrij rondlopen.\
Vervolg
  • Na dit  imiteren, daag je ze uit met vragen: wat doe ik (afwassen), wie doet dat (moeder), wanneer doet ze dat, hoe doet ze het nu (boos, verdrietig, haastig), waarom is ze boos etc.?  Pas het imitatiespel aan thema aan: wat doet ik (brood bakken), wie doet zo (de bakker), waar doet die dat (in de bakkerij), wanneer doet die dat (s morgen heel vroeg)
  • Speel mee zodat ze de bedoeling zien door het bos lopen, over een sloot heen springen; boodschappen doen in een supermarkt – mopperen over de kwaliteit; met een pinpas geld uit de automaat halen, een taxi aanhouden. Vraag hen  hoe het speelverhaal verder verloopt en weef hun ideeën in het spel. Een speelverhaal is leeftijdsloos, als je inhoud op leefwereld aanpast. Vertel een deel, laat hen het uitspelen en vertel verder. Kijk ondertussen en honoreer hun ideeën in het vervolg van je verhaal.
Nog meer tips
  • Als ze eerst een werkelijkheid naspelen vanuit zichzelf (het speelkwartier), vervolgens vanuit een andere rol (de juf die surveilleert) ontdekken ze dat de juf datzelfde speelkwartier heel anders ervaart.
  • Door een onbekende wereld te spelen vanuit zichzelf: rondlopen in een fabriek waar hun favoriete game wordt gemaakt. Vervolgens vanuit een andere rol in die fabriek spelen (werkers onder tijdsdruk), verruimt hun begrip. Zorg dat er voldoende concreet materiaal is om de onbekende werkelijkheid vorm te geven. Mobieltjes, besturingssystemen voor games, het digibord met een game erop geprojecteerd etc. en overal tafels waaraan gewerkt kan worden.
Tot slot
  • Laat eenzelfde situatie vanuit verschillende emoties spelen en hen ontdekken wat  mogelijk is. De tafel dekken: verdrietig (poes overleden), boos (ik moet het altijd doen en mijn zusje nooit), blij (oma komt eten), bang (ik mag niets laten vallen). Speel een situatie  en roep een medespeler: je maakt duidelijk in wat voor een winkel je bent en roept: is daar iemand? Je speelt dat je aangereden bent en roept om hulp. Je wilt een foto maken van mensen op het strand, de markt, in het ziekenhuis.
  • Geef een gespeelde spelsituatie een andere wending en daag hen uit een eigen oplossing te spelen: je durft niet oversteken, je krijgt een bon voor een overtreding, je weet de weg niet, je boodschappentas is te zwaar.
  • Knip stripverhaal fragmenten uit die ze naspelen. Ze bevriezen steeds in een houding van de strip voordat ze naar het volgende plaatje spelen.

Ubbergen, update winter 2021