De ergste zonde van onderwijs is wanneer het niet boeit
J.F. Herbart
Mag het ietsje meer zijn dan verbaal intelligent?
Mogen ieders talenten meespelen?
De sleutel tot zelfoverschrijding ligt in het feit dat spel de kinderen in staat stelt zichzelf te vergeten. Daardoor wordt spel het experimentele laboratorium van het leven. Hier vindt een voortdurende beheersing van de werkelijkheid plaats, zichtbaar en onzichtbaar. (Jon Roar Bjorkvold, 1989) Spel doet een beroep op andere kwaliteiten van de mens dan het verbaal, het logische, het cognitieve. Hierdoor dringen kinderen meer door tot de betekenis van actualiteiten, eigen ervaringen of bepaalde leerstof. Ze vinden soms woorden voor zaken die ze eerder niet konden benoemen. Spel is een welkome aanvulling op/alternatief voor het kringgesprek. Ervaring die kinderen opdoen in spelwerkelijkheden leiden hen tot inzicht, dat rijker is dan het begrip alleen.
Gewoon buiten de lijntjes kleuren!
Multidisciplinair betekent vakken gesplitst onderwijs overstijgen: taal, rekenen, geschiedenis, wereldoriëntatie. Vakken blijven herkenbaar in de samenwerking met spel. We reserveren interdisciplinair voor het samengaan van enkele kunstdisciplines, hierin is eerder sprake van het in elkaar verweven. Denk aan musical, maskerspel, poppenspel. Je kunt onderwijs verrijken met spel/theater binnen
- taalverwerving,
- wereldoriëntatie
- levens oriëntatie.
- kunst en cultuureducatie
- weeksluitingen
We willen de schoolcultuur zodanig beïnvloeden dat het kind spelenderwijs leert. Dit komt ieder kind ten goede, zeker de taalzwakkere en degene die minder genieten van traditioneel leren. Als je oog hebt voor Hoe een kind intelligent is, honoreer je een ruimer palet en geef je het woord niet het laatste woord. Spelen vanuit verbeelding levert een bijdrage aan ieders persoonlijke ontwikkeling. In de loop van de twintigste eeuw hebben pedagogen en psychologen een pleidooi gehouden voor all round onderwijs. We staan in notendop stil bij enkelen van hen.
Pleidooi van pedagogen en psychologen voor spel
Vygotsky: de zone van de naaste ontwikkeling
De Russische psycholoog Lev Vygotsky (1896-1934) beschreef in de jaren dertig van de vorige eeuw de zone van naaste ontwikkeling. Hij bedoelde de mogelijkheid om het kind in een gestuurd leerproces, kennis en vaardigheden te laten veroveren. Zonder sturing en hulp lukt haar dat niet. Volgens Vygotsky komt het kind door de veilige uitdaging en ondersteuning in deze zone van naaste ontwikkeling. Het kind krijgt oog en oor voor aspecten waarvoor het, als het zelfstandig werkt, nog geen oog of oor heeft. Vygotsky erkende destijds al de kwaliteit van spel in deze en stelde dat het kind in spel een kop groter is dan in de werkelijkheid. Fantaserend zijn spelers in staat een grens te overschrijden, zonder ook maar een moment het contact met de omgeving te verliezen. Zij regisseren zelf de rolwisseling.
Spelwerkelijkheid
In de veilige alsof wereld durft het kind te ondernemen, omdat er geen consequenties uit volgen voor de werkelijkheid. Het kind ontdekt dat ze van alles kan en weet, waarvan ze tevoren geen besef had. Het daagt zichzelf daardoor uit in de richting van haar ‘volgende fase van ontwikkeling’. In de veiligheid van de spelwereld balanceert het op de rand van wat het kan en weet. Zodoende krijgt het een greep op de werkelijkheid. Het vermogen om zich zaken voor te stellen herbergt een kracht die hen in staat stelt de werkelijkheid te doorgronden. Het onderwijs kan er voortdurend gebruik van maken. Wel vraagt het een besef van ieders ontwikkelingsmogelijkheden en het op maat uitdagen. In de ontspanning van de niet-werkelijkheid ontdekt het kind spelend wat het al wel wist, maar niet besefte. Door het spel maakt het zich die kennis al handelend eigen en wordt het zich deze bewust.
Winnicott: creatief leven
De Amerikaanse kinderpsychiater Winnicott (1896- 1971) onderzocht de bronnen en mogelijkheden om fantasierijk en creatief te leven. Hij heeft zich vooral beziggehouden met de beslissende invloed van spel op het menselijk leven. Volgens Winnicott slaat spel de noodzakelijke brug tussen de innerlijke, subjectieve voorstellingswereld van de mens en de externe ‘objectieve’ werkelijkheid ofwel feitelijke realiteit. Het spel brengt samenhang en betekenis tussen droom en werkelijkheid. Als deze samenhang wegvalt, wordt de mens passief en ziek. In zijn boek Playing and Reality (1971) toont hij aan dat de mens de werkelijkheid niet voetstoots kan accepteren. Zij spant zich voortdurend in om de innerlijke werkelijkheid met de uiterlijke werkelijkheid te verbinden. De mens beleeft het bestaan in een spannende combinatie van subjectiviteit en objectieve waarneming. Zowel subject als object, ofwel individu en werkelijkheid stellen grenzen aan het mogelijke.
Het spel regeert
In dit spanningsveld regeert het spel, dat het mogelijke uitdaagt. Juist door het spel ervaart het individu dat het leven waard is geleefd te worden. Ontbreekt het speelse, dan verdwijnt de ondernemende houding en volgt er een berusting ten aanzien van een ongewenste werkelijkheid. Deze ‘emotionele intelligentie’ is een kwaliteit, die je mede in theater gerelateerd spel kunt ontwikkelen. Spel biedt spelers een veilige verbeelde werkelijkheid aan, waarin zij de wereld kunnen onderzoeken op onbekende perspectieven. Ze biedt ook mogelijkheden om binnenbuien te hanteren in samenspel met anderen onder de dekmantel van een rol. Daarmee biedt spel spelers mogelijkheden om emoties van zichzelf te leren uiten, onderzoeken en temmen en van anderen te leren interpreteren, incasseren, verwerken en beantwoorden.
Gardner: meervoudige intelligenties
De psycholoog Howard Gardner (1943 – ….) is bekend vanwege zijn benoemen van talenten als intelligenties. Hij breekt daarmee een lans voor andere toegangswegen tot kennis dan de rationele verbale, schriftelijke en mathematische. Het spreekt voor zich dat spel op meer intelligenties een beroep doet, vandaar dat alle onderwijs gebruik zou kunnen maken van spel. Als je oog hebt voor Hoe een kind intelligent is, honoreer je een ruimer palet en geef je het woord niet het laatste woord. Door spel kunnen kinderen all round met hart hoofd en handen leren, waardoor inzichten aan den lijve ontstaan, ervaren en onthouden worden. Een jaar nadat we met studenten van de docent theateropleiding NHL een VOC project hadden gespeeld op een basisschool, vroeg ik de kinderen wat ze er nog van wisten. Ontzettend veel. Op mijn opmerking dat ik blij verrast was, zei een kind: ‘we waren er toch zelf bij’ !
Alle ruimte aan spelenderwijs wijzer
Spel in andere vakken realiseert een krachtige leeromgeving doordat het kinderen met huid en haar betrekt bij een zelf te creëren context voor te bestuderen boekenwijsheid. Het biedt ruimte aan de speldrang, opent wegen naar intuïtieve en impulsieve bronnen van weten. Spel honoreert de visueel ruimtelijke intelligentie door het vormgeven van bedachte concepten, die kinderen bestuderen of onderzoeken in spelwerkelijkheden. Spel honoreert de muzikale intelligentie door kinderen gevoelig te maken voor de wijze waarop ze iets zeggen of horen (c ést le ton qui fait la musique). De kinesthetische intelligentie ontwikkelen kinderen tijdens het fysiek spelen, handelen. Samenspel en samenwerking dagen de inter-persoonlijke intelligentie uit. De intra – persoonlijke intelligentie ontwikkelt zich tijdens het reflecteren van de kinderen op hun (spel)ervaringen, herinneringen, verworven inzichten. Het spelen en zelf nieuwe mogelijkheden ontdekken, biedt meer voldoening dan kennis consumeren, kinderen doen er zelf ook nog toe.
Kolb: leerstijlen
De Amerikaanse psycholoog en pedagoog Kolb (1939 – –) ontwikkelde een leercyclus, waarin vier fases doorlopen worden van ervaren, reflecteren, onderzoeken en overstijgend ofwel abstract analytisch denken. Spel dompelt kinderen onder in een spelwerkelijkheid waarin ze echte ervaringen opdoen. De spelspanning intensiveert het ervaren. Soms ook het feit dat anderen naar hen kijken. Uitgedaagd door spel tot concreetheid onderzoeken zij een algemene aanname op werkelijkheidsgehalte. De waarneming stimuleert spelers de spelsituatie te overzien en doorzien. Door het spel af te ronden via enkele sleutelvragen, reflecteren kinderen op hetgeen er spontaan gespeeld is. Dit leerproces bevordert het inzicht en is rijker dan het louter ‘weten’. Kolb kwam op grond van deze leercyclus tot vier leerstijlen, spel honoreert deze. Je zou als volg relaties kunnen zien.
De doeners:
Zij willen het liefst meteen aan de slag. Het voor de vuist weg improviseren vinden ze veelal een heerlijke uitdaging. Al experimenterend vinden zij hun weg. Vertrouwend op intuïtief weten en spontane impulsen, die hen onmiddellijk inzicht verschaffen. Achteraf willen ze er wel woorden aangeven, maar laat ze eerst experimenterend handelen. Laat hen een improvisatie opdracht starten en geef anderen in de herhaling en verfijning ervan een kans.
De bezinners:
Zij hebben een grote verbeeldingskracht en bekijken spelopdrachten vanuit verschillende perspectieven. Brainstormen graag, maar willen het wel allemaal overdenken. Hoeven niet zo meteen in actie te komen. Het spel van anderen meebeleven is ook prima. Als ze zelf spelen willen ze eerst spelbeelden ‘zien’ voor ze de spelvloer opgaan.
De denkers:
Zij leren graag stap voor stap en willen eerst logisch kunnen begrijpen wat er van hen verwacht wordt. Waar draait de opdracht om? Zorgvuldig observerend hoeven zij niet zo nodig zelf de spelvloer op. De opdracht beredeneren, voor anderen verhelderen en eventueel structureren, daagt hen meer uit. Schrijfopdrachten en onderzoeksopdrachten zijn aan hen goed besteed. Als de spelsituatie duidelijk is gestructureerd en een duidelijk doel kent, krijg je ze wel aan het spelen.
De beslissers:
Zij overzien consequenties en maken keuzes. Ideeën van anderen vertalen ze naar praktisch haalbare uitvoeringen. Misschien besluiten ze soms teveel alleen en sluiten ze soms te snel mogelijkheden uit, maar zij komen tot actie. Ze regelen praktische zaken en zorgen dat gebeurt wat er gebeuren moet.
Als kwaliteiten samenwerken
Denkers en beslissers willen graag gerichte training vooraf, een duidelijk kader met helder gestructureerde opdrachten. Doeners en bezinners willen graag gerichte begeleiding, zodat je hun verbeelding en spelacties bevestigd. Als groepjes gevarieerd zijn samengesteld en goed onderling kunnen samenwerken, komen ze tot mooi spel en succesvolle presentaties. We verwijzen hier terug naar De leerkracht als observator voor het typeren van kinderen.
Inventief leren
Spel daagt kinderen uit tot eigen initiatief en laat hen een eigen leerroute bewandelen. In spel kennen kinderen zelf betekenis toe aan de spelsituatie en komen van daaruit tot spelactie. Door nieuwe informatie te koppelen aan het bekende verwerven nieuwe inzichten. In zoverre spel altijd om samenspel vraagt, beïnvloeden kinderen elkaars tempo onderling. Gevorderde spelers nemen extra taken op zich en dagen daarmee zich zwaarder uit. Zorgen bijvoorbeeld voor een heldere rode draad door het spel. Realiseren een mooie spanningsboog voor het totaal. Creëren door rolgeheimen een extra spanning. Of zij spelen zodanig dat juist medespelers beter uit de verf komen. Zij nemen dan de taak van aangevend clown op zich. Hierdoor ontwikkelen ook zij zich verder dan het algemene niveau van de spelopdracht.
Mihalyi Csikszentmihaly
Hij ontdekte dat hij meer genoot als ervaren bergbeklimmer als hij zwaardere taken op zich nam tijdens een expeditie met beginners. Evenzeer genoot hij meer als hij op tijd hulp vroeg of steunde op anderen als zijn compagnons meer expertise hadden dan hij. Op grond van deze ervaringen ontwikkelde hij de flow theorie die je zowel op vrije tijd, werk als studie en onderwijs kunt toepassen. We werken de flow theorie uit voor ludiek spellessen. Laten begeleiders kinderen beseffen dat ze zelf verantwoordelijk zijn voor een interessante schooldag? Zoals bij het bergbeklimmen of andere vrije tijdbestedingen? Hoe help je hen dat ze zich niet vervelen en evenmin te gespannen raken? Beseffen kinderen dat jij niet alleen de zorg draagt hen uit te dagen?
Samenvattend komen we tot de volgende kenmerken van ludisch spel.
- biedt een veilige uitdaging om verder te gaan dan het verstand kan begrijpen (Vygotsky’s naaste zone van ontwikkeling en Gardners meervoudige intelligenties)
- stimuleert de drang tot zelf ondernemen (Kolb leerstijlen);
- leidt spelers binnen in nieuwe contexten (integratie van schoolvakken);
- verhoogt concentratie en betrokkenheid ( flow ervaringen)
Spel levert hiermee een wezenlijke bijdrage aan de algemene ontwikkeling. Een schoolleiding kiest vaak om deze agogische doelen voor het vak.
Ubbergen, update winter 2021