Je daagt spelers uit het effect van hun spel op anderen (medespeler of toeschouwer) te benoemen. Als dit standaard terugkeert in de laatste minuut van een spelles, groeit hun inzicht en daarmee de mogelijkheid om het later toe te passen in een andere opdracht. Het bespreken van een spel is een gesprek en geen debat. Het gaat niet om goed of fout. Het gaat om meer en minder gezien, of anders gekeken hebben. Streef ernaar iedere bespreking kort te houden, zodat er tijd over blijft voor de andere presentaties. De sleutel voor het stellen van vragen is het begrip: waardoor/aan. Vraag niet altijd naar wat ze gezien hebben. Door te verwoorden waaraan of waardoor ze dat zagen of interpreteerden, ontdekken ze meer.
Kijkkaarten en vragen in de spelkoffer
Er zijn kijkkaarten en vragen die voor iedere vorm van presentaties te gebruiken zijn. Je betrekt kinderen hierdoor meer bij het optreden van hun groepsgenoten, het kindertheater dat op school komt of hun uitje naar een heus theater. We maken onderscheid tussen opdrachten voor beginners, gevorderde spelers en experts. Je vindt kijkopdrachten en vragen over het spelen van een rol (wie), de spelinhoud (wat), de spelomgeving (waar).
Verdeel de kaarten onder de kinderen, individueel, per duo of per drietal. Laat ieder kind, twee- of drietal een opdracht voor haar rekening nemen. Zoek steeds welke kijkkaarten en vragen er speciaal van toepassing zijn en hanteer die.
Je ziet en ervaart het geheel
Iedereen kijkt naar het geheel, maar weet op welke vraag zij na afloop een antwoord moet kunnen geven. Natuurlijk maak je een selectie van de vragen waarop ze dit keer antwoorden. Het is geen probleem als enkele subgroepjes dezelfde kaart krijgen, ieder kijkt vanuit eigen inzicht en voorkeur. Ze kunnen elkaar aanvullen. Streef ernaar om ieder een keer aan de beurt te laten komen als er vijf of zes subgroepjes presenteren. Print de kijkaartjes en vragen zodat ze eenvoudig uit te delen zijn. Ook voor jezelf als een A4, zodat je een overzicht hebt en tijdens het spel enkele vragen kunt aankruisen die voor dat spel relevant zijn. Het bespreken van een spel of voorstelling is een gesprek en geen debat. Het gaat niet om goed of fout, maar om meer en minder gezien hebben, of anders gekeken hebben.
Onderling presenteren
Vragen over hoe er is gespeeld, vragen aan de spelers en vragen als wie heeft er tips voor de spelers ? Ga op zoek naar kijkkaarten en vragen die met name van toepassing zijn op jouw opdracht. Verdeel de kaarten en laat ieder twee- drietal een opdracht voor hun rekening nemen. Het is geen probleem als enkele subgroepjes dezelfde kaart krijgen, ieder kijkt vanuit eigen inzicht en voorkeur. Ze vullen elkaar aan.
Spel in de eigen groep beschouwen vanuit de vijf spel elementen:
Introductie (verbeelding) – training (instrument) improvisatie (samenspel) presentatie (vormgeving) en afronding ofwel betekenis geven (inzicht). Deze vijf () vormen de kernelementen van onze cultuur. Voor gerichte kijkopdrachten en vragen per element zie spelkoffer.
Wat betreft de verbeelding
Nodig kinderen uit tot uitwisseling van ieders associaties , herinneringen
Stimuleer hen elkaar te verassen, zodat ieders voorstellingsvermogen zich verruimt
Stimuleer hen om variaties van eenzelfde opdracht elkaar te laten zien zodat steeds weer duidelijk wordt dat er meerdere antwoorden mogelijk zijn
Wat betreft hun instrument
Laat kinderen kijken vanuit instrument gebruik (houding, handeling, mimiek, stem), zodat zij oog ontwikkelen voor het ambachtelijk vermogen.
Daarnaast stimuleer je hen te letten op materiaal gebruik en techniek.
Wat betref het samenspel
Laat kinderen beseffen dat ze onderling elkaar beïnvloeden qua inhoud en vorm, actie – reactie. Hierdoor groeit inzicht in communicatie kwaliteit.
Wat betreft de vormgeving
Laat kinderen benoemen waardoor zeggingskracht ontstaat, hoe zij interpreteren.
Ondersteun hen in het napraten over keuzes van vormgeving, kwaliteit, timing, plaatsing. Hierdoor groeit inzicht in overdracht kwaliteit.
Wat betreft inzicht
Laat kinderen ontdekken hoe een presentatie dankzij feedback, verwerking ervan en opnieuw presenteren , duidelijker – overtuigender wordt.
Laat hen ontdekken dat vorm en inhoud sterk met elkaar verbonden zijn. Hierdoor groeit holistisch inzicht.
De subjectiviteit van kijken ontdekken
Vragen; Wat heb je vooral onthouden? Geef in een woord weer waar de presentatie over gaat. Wat had je niet gezien en ontdek je nu door te luisteren naar anderen? Wat zegt jouw kernwoord jou als je nu de inbreng van anderen hoort? Het is van belang dat je kinderen en jongeren voortdurend herinnert aan het duidelijke onderscheid tussen spel en werkelijkheid. Steeds weer vooraf en na het spel vragen stellen is daar een goede manier voor, zodat ze beseffen dat iemand een rol speelt en niet die rol is. Selecteer per keer welke aandachtspunten, kijkopdrachten en vragen bruikbaar zijn.
Kijkkaarten en Vragen
Kijkkaarten voor beginnende toeschouwers
Benoem spelmomenten waaraan je ziet: dat de spelers zich het te spelen spel kunnen voorstellen; dat ze meegaan met de verbeelding van anderen; dat ze weten dat ze in een spelwerkelijkheid zijn; dat de spelers een rol spelen.
Vragen voor beginnende spelers
Hoe kwamen jullie aan de ideeën (de verbeelding)? Kunnen jullie de relatie rol-/spelsituatiekeuze en onderzoeksdoel toelichten? Hoe groeiden ideeën en informatie uit tot dit spel? Welke problemen kwamen jullie tegen om de verbeelding speelbaar te maken?
Kijkkaarten voor enigszins gevorderde toeschouwers
Benoem spelmomenten waaraan je ziet dat: de spelers pratende robots zijn; de spelers werkelijk handelen in spel; Beluister de stem en benoem momenten waarin je: de stem vindt passen bij de rol; emoties in de stem vindt passen bij de rol.
Vragen aan enigszins gevorderde spelers
Welke houdingen en handelingen helpen jou om je te verplaatsen in je rol? Welke acties kan jouw personage nog meer ondernemen? Hoort je stemgebruik echt bij jouw rol? Kun je een andere stemkleur, een accent (dialect) of ander woordgebruik inzetten?
Kijkkaarten voor gevorderde toeschouwers
Benoem spelmomenten waaraan je ziet dat: spelers goed samenspeelden; geef aan waaraan je dat ziet; spelers voldoende spelinitiatieven van elkaar oppikten; spelers initiatieven uitbouwden door te reageren op elkaar; er samenspel is zonder woorden en hoe dit vorm krijgt; er spelspanning is en hoe spelers die veroorzaken; een spelmoment sterk is; leg uit waarom.
Vragen aan gevorderde speler
Kun je openstaan voor onverwachte wendingen in het spel door je medespelers? Wanneer kun je dat wel en wanneer niet? Wat heb je nodig om meer in het hier en nu van het spel aanwezig te zijn en te spelen? Hoe zou je je spel kunnen doseren, zodat je niet meteen alles prijsgeeft en de spanning helpt op te bouwen?
Professioneel theater
Het kijken naar en genieten van presentaties en professioneel (jeugd)theater verrijk je door vooraf kijkopdrachten mee te geven. Vanwege het jaarlijks wisselend repertoire, staan we niet verder stil bij dergelijke nabesprekingen. Veelal bieden kinder – en jeugdtheatergroepen zelf begeleidend materiaal aan. We gaan ervan dat je uit de spelkoffer vragen diegenen selecteert die voor een voorstelling zinvol zijn en in lijn met hetgeen je de kinderen in ieder geval wil laten ontdekken, gezien hun eigen spelontwikkeling. Soms bevordert dit de aandacht, soms irriteert het kinderen die gewoon geboeid willen raken en meegenomen willen worden door de voorstelling. Ben daarom niet dwingend, meer in de sfeer van: ik ben benieuwd of we ontdekken dat ….Vaak beantwoorden ze vragen die je pas achteraf stelt ook ze hebben vaak veel gezien. Laat ze vooral genieten en eerst hun eigen associaties en interpretaties vertellen.
Alternatieven voor het afronden van een spel of beschouwen van een voorstelling.
Je kunt spel als reflectie hanteren. Door
- in een tableau de kern van een scene weer te geven
- het spel van een groepsgenoot te laten herhalen,
- een selectie uit een voorstelling na te laten spelen,
- actie te laten overdrijven
- in een rollenspel commentaar te leveren op hetgeen gezien is
Ubbergen, update winter 2021