Met onderstaande verschillende variaties  raken kinderen al spelend vertrouwd met ons traditionele kwartet- en hedendaags kwinteterfgoed.

Quizkwartet 

Veel kaarten stellen een vraag. Iedere sorteert de eigen kaarten op wel of geen vraag. De kaarten zonder vraag leggen ze even apart. De winnaar van een eerdere ronde begint met het stellen van vragen. Wie het goede antwoord geeft, krijgt de kaart. Weet niemand het antwoord, dan behoud de vragensteller de kaart. Nadat de winnaar alle kaartvragen heeft gesteld, komt de buurvrouw aan de beurt, enzovoort. Het gaat om het aantal kaarten dat elke speler kan bemachtigen.

We bedenken het zelf wel

Kinderen bedenken bij kaarten zonder vragen zelf vragen en zoeken naar informatie voor de antwoorden. Deze kaarten met eigen vragen spelen tijdens een vervolgronde mee.

Hedendaags plaatselijk kwartet

Ieder erft veel meer dan er op deze kaarten staat. Velen genieten van muziek en voedsel uit allerlei landen, laten zich uitdagen door skate, rap en dansstijlen. Imiteren dreadlocks, afrovlechtjes, bepaalde woorden en begroetingen.  Laat hen de omgeving onderzoeken op gewoonten, mooie plekjes en aanwinsten qua beelden en gebouwen. Laat ze spreekwoorden en gezegden verzamelen. Erfgoed groeit namelijk ieder jaar aan. Plaatselijke parels worden niet meteen landelijk herkend. De kinderen ordenen deze in categorieën voor een kwartet en gaan dat kwartet ontwerpen. Ze maken voor iedere kaart: een vraag;  een illustratie (foto, tekening, afbeelding op internet); een antwoord achterop.  Zo bepalen zij wat zij leuke of belangrijke aanvullingen vinden als hedendaags cultureel, materieel en immaterieel erfgoed.

Spreekbeurten

De kaarten kunnen kinderen inspireren tot spreekbeurten, waardoor ze de hele groep informeren over een onderwerp waarnaar zij nieuwsgierig werden.

Actuele cultuureducatie

De kwartetten van feministische en politieke prenten zijn uit de goeie oude tijd. Je kunt hen uitdagen tot eigen stellingname in actuele zaken.

Letterlijk standpunt innemen of erbij blijven zitten

Bedenk samen met de kinderen tien stellingen over waarden en normen. Je legt iedere stelling uit. De kinderen mogen door op te staan (in opstand komen) laten zien dat ze ertegen zijn en door te blijven zitten (laat maar zitten) laten zien dat ze het ermee eens zijn. Van beide partijen mogen enkele kinderen toelichten waarom ze staan of zitten.

De pop spreekt voor zich

Ieder kind brengt voorwerpen als pop mee (poppenkastpop, knuffel, zelfgemaakte pop, aangeklede pollepel, garde) en geeft ieder een karakter. Bijvoorbeeld: wijsneus, hittepetit, kort lontje, muurbloempje, streng doch rechtvaardig,  begrijpend en vergoelijkend, van twee walletjes snoepend, twijfelaar. Hiermee maakt z/hij aan anderen meningen en standpunten duidelijk over een stelling, zonder dat anderen haar er rechtstreeks op aanspreken. De pop spreekt, zijzelf is het daar niet altijd mee eens. Al spelend kan ze dat wel ontdekken en daar gaat het om.  In viertallen interviewen  spelers de poppen. Geef hen een aantal vragen waar ze uit kiezen, ze bedenken ook zelf vragen. Bijvoorbeeld: Hoe heet je? Wat kun je goed? Wat vind je lekker om te eten? Waar heb je een hekel aan? Waar word je blij/ boos om? Wat staat bovenaan je verlanglijstje? Wat mag niemand van jou/iedereen over jou weten? Waar ben je bang voor? Waar heb je spijt van?

‘Ja, daar maak ik een scène van ’

Geef hen voor de volgende opdracht enkele dagen de tijd, zodat ze weloverwogen en goed doordacht uit overtuiging een stelling kunnen uitspelen en erover in gesprek kunnen gaan. De kinderen kiezen een stelling en bedenken daarover een scène die ze uitwerken als poppenspel. Ze bedenken waar hun scène speelt en wat de onderlinge relatie tussen de poppen is. De helft van de groepjes speelt hun spel voor de andere helft.  Op een teken van jou ronden de spelers af en wordt het spel nabesproken. Op een volgend teken schuiven alle kijkgroepjes door en presenteren de spelers nogmaals. Tot iedereen alle dan spelende groepjes gezien heeft. Een volgende dag zijn de rollen van spelers en publiek omgekeerd. Afhankelijk van wat de spelen oproepen, kun je hier vele uren mee vullen. Of je past het in twee spellessen. Er kunnen naar aanleiding van actualiteiten steeds nieuwe stellingen boven komen.

Onze interculturele erfenis

Mag het er een eentje meer zijn? Zie  Kwintetten.

Traditioneel kwintetten

Print alle kwintettitels, inclusief die van de nieuwe kaart per serie op een A4’tje.
Deze informatie ligt midden in de kring van spelers, zodat ieder kan kijken welke kaarten nog meer gevraagd moeten worden.

Vertellen vanuit een kwintetkaart

Uit de kaarten kiest ieder kind er een waarover zij een leuk en spannend verhaal kan vertellen. Na drie minuten bedenktijd vertelt ieder in de subgroep het eigen verhaal. Zij geven elkaar tips over hoe het spannender is te maken, hoe ze elkaar kunnen verrassen met onverwachte wendingen, geheimzinnigheden, fluistertoon, enzovoort. Ieder sub groepje kiest het best vertelde verhaal dat diegene voor de hele groep vertelt.

Spelen vanuit een kwintetkaart

Uit de eerdere verhalen kiest ieder sub groepje nu een ander verhaal dat goed te spelen is. De groep verdeelt de rollen, benoemt de belangrijkste momenten en spreekt af hoe ze beginnen, hoe ze het hoogtepunt willen spelen en hoe het verhaal zal eindigen.  Ervaren toneelspelers hoeven minder af te spreken en ontdekken al improviserend hoe het speelverhaal kop en staart en een goede spanningsboog krijgt. Ze kunnen elkaar verrassen tijdens het spel door een nieuw gegeven in te brengen (een geheim, onverwacht telefoontje, brief). Het bekende verhaal dat ze spelen blijft boeien en het erfgoedgegeven krijgt meer kleur, waardoor het tot leven komt.

Kwintetkaart in beeld en geluid

Uit de kaarten kiest ieder kind een kaart die inspireert tot een toepasselijk kunstwerk (beeldend, dichterlijk of muzikaal) en gaat aan het werk. De keuze van materiaal en stijl is vrij. Vanuit alle kunstwerken kan een podiumtentoonstelling ontstaan.

Presentatie in een podiumtentoonstelling met een quiz

De kinderen stellen het beeldend, muzikaal of dichterlijk materiaal tentoon. Dit materiaal vormt het decor voor enkele speelverhalen en boeiende vertellingen. Uit de favoriete theatrale verhaaluitvoeringen selecteert de hele groep er enkele die ze gaan spelen voor de gasten. Met een geluiddecor, een instrumentale impressie of een toepasselijke lied kunnen ze een speelverhaal of beeldend kunstwerk versterken en tussen twee verhalen klinkt er misschien wel even een volwaardig muzikaal intermezzo. Wie weet ontstaan er nieuwe improvisaties dankzij de ontmoetingen van personages uit de verschillende verhalen. Bijvoorbeeld op een markt, tijdens een plaatselijk feest, samenwerkend aan een klus, schuilend voor het onweer of op de vlucht voor … Ze nodigen eventueel publiek uit om de resultaten van hun onderzoek en eigen werk trots te vertonen en applaus te incasseren.

Proeve van bekwaamheid

Voordat er een quiz komt, spelen de subgroepjes enkele malen het vragenspel. Kaarten zonder vraag doen nu niet mee. Het gaat niet meer om het behalen van kwartetten en kwintetten, maar om het toetsen van kennis en inzicht. De te spelen kaarten worden verdeeld en het vragenspel kan beginnen. Degene die de vraag goed beantwoordt, krijgt de kaart en mag een volgende vraag stellen. Bij een fout antwoord behoudt de speler de kaart en is zij aan de beurt om een vraag te stellen. Wie bemachtigt de meeste kaarten? Wie is een expert op welk onderdeel?

Experts

Ter voorbereiding op de grote uitdaging stellen de kinderen experts aan. Deze toonden al in de proeve van bekwaamheid aan zich te hebben verdiept in een volledig kwartet. Ze weten niet alleen het antwoord, ze kunnen er meer over vertellen of van laten zien. Anderen repeteren korte scènes waarin ze een of meer kaarten uitspelen.

Quiz

Als er enige kennis en inzicht  is ontstaan, gaan kinderen de uitdaging aan met een andere groep, ouders en grootouders of een andere (vo) school, tijdens een avond. Vanuit kunstzinnige verwerking ontstaat een podiumtentoonstelling vooraf aan de competitie. Kinderen herspelen als opstart, onderbreking en afronding eerdere scenes. Tijdens pauzes of ter afronding oefenen bezoekers in traditionele spelen als hinkelen, kaatsen, touwtrekken, fierljeppen, beschilderen experts handen enzovoort.  Beide partijen (eigen groep en gastgroep) zitten gescheiden in de ruimte en hebben hun experts vooraan geplaatst. Daarachter adviseurs en daarachter supporters. De quizleider legt uit dat ieder antwoord pas na overleg (van twee minuten) gegeven wordt. Wie het antwoord weet, luidt de bel en geeft antwoord. Soms geeft de quizleider tijd om een antwoord te illustreren met een anekdote of tentoonstellingsfragment. De winnende groep krijgt een staande ovatie. De verliezende groep krijgt applaus voor hun inzet.

Ubbergen, update winter 2021